Mannen verdienen in Nederland nog altijd meer geld dan vrouwen. Het gemiddelde uurloon van vrouwen ligt over het algemeen 13 procent lager dan dat van mannen en vrouwen worden gemiddeld €300.000 minder betaald in hun leven. Dit komt onder andere doordat vrouwen meer vertegenwoordigd zijn in laagbetaalde sectoren, bijvoorbeeld in het onderwijs, de zorg of de culturele sector. Dit terwijl mannen de beter betaalde sectoren voor hun rekening nemen, zoals de financiële en technische sector. Mannen zijn bovendien meer vertegenwoordigd in leidinggevende functies, die beter betaald worden. Sinds januari 2022 geldt voor de wet een vrouwenquotum, dat dit verschil hopelijk zal verkleinen. Minstens één derde van de raad van commissarissen van beursgenoteerde bedrijven moet bestaan uit vrouwen.
In Nederland draagt ook het deeltijdwerken bij aan de loonkloof. Wat dit betreft is Nederland koploper binnen de Europese Unie. Zo’n driekwart van de Nederlandse vrouwen heeft een parttime baan, tegenover het Europees gemiddelde van een op de drie. Het combineren van werk en zorg heeft invloed op de grote hoeveelheid deeltijdbanen die vrouwen in Nederland beoefenen. Zorgtaken liggen over het algemeen nog veelal bij vrouwen.
De loonkloof in Nederland krimpt langzaam, maar dit gaat niet snel genoeg. De voorspelling is op dit moment dat mannen en vrouwen in 2050 evenveel zullen verdienen. Bovendien is niet de gehele loonkloof te verklaren door bovenstaande redenen als deeltijdwerken en vertegenwoordiging in bepaalde sectoren. Er is volgens onderzoek ook simpelweg sprake van ongelijke beloning: mannen krijgen voor hetzelfde werk en dezelfde uren meer betaald dan vrouwen. Naast dat vrouwen moeten worden gestimuleerd om meer te werken en mannen om meer te zorgen, moet ook deze ongelijke beloning worden aangepakt.