Vrouwenpodium 2015

Een handvol veiligheid was het thema van de Vrouwenpodium-bijeenkomst op 2 maart 2015.

Een handvol omdat er op 5 aspecten van veiligheid gediscussieerd kon worden: veiligheid op school, op het werk, binnen in huis in relaties en buiten op straat, en in verre conflictgebieden. Inleidster Halleh Ghorashi voegde daar nog een zesde aspect aan toe: existentiële veiligheid, je van binnenuit veilig voelen, om sterk in ’t leven te staan.

“Als het over veiligheid gaat, gaat het meestal over zichtbare veiligheid, zichtbare vormen van geweld. ” Ghorashi pleitte voor aandacht voor onzichtbaar geweld die Invloed heeft op hoe wij onszelf waarderen of … juist niet waarderen. Het gaat dan om geweld door macht die zit in de processen waar we dagelijks onderdeel van zijn. “Hoe kunnen wij ons wapenen tegen onzichtbare patronen die ons leven domineren?”

Voorbeelden
Ghorashi gaf een voorbeeld uit haar eigen  -veelbewogen- leven. Zo’n 25 jaar geleden is zij als asielzoeker uit Iran naar Nederland gekomen. Zij heeft in Iran de revolutie meegemaakt, er aan deelgenomen met haar strijd voor vrouwenrechten en mensenrechten. “Maar vrouwen hebben door die revolutie meer rechten verloren dan gekregen.” Na de revolutie werd tegen de vrouwen die deel hadden genomen aan de revolutie, gezegd: ‘Ga naar huis, wees een goede moeder’.
Een ander voorbeeld. Toen Halleh Ghorashi in Nederland kwam zag ze krachtige vrouwen en de zichtbare verworvenheid bereikt door feministes. Toch was het een van haar mededocenten aan de universiteit die zei: ‘Als ik mijn kinderen van school haal krijg ik als moeder die voltijd werkt, scheve ogen van andere moeders.’

Niet claimen maar loslaten
Ghorashi constateert: “Wij zijn trots om moeder te zijn, wij willen kiezen voor moederschap. Maar daarmee claimen we moederschap. Het ideaal van moederschap is mooi, maar het claimen van moederschap niet. Als je claimt kun je niet loslaten en mannen ook laten zorgen.” Terwijl het volgens haar juist gaat om de gezamenlijke strijd, van vrouwen en mannen,  voor andere verhoudingen. “Het ideaal is zo vanzelfsprekend, vrouwen houden ’t zelf in stand. Daardoor komt er nooit een oplossing voor de verhouding van arbeid & zorg.”

Tussenruimte
De onzichtbare processen die ons dagelijks leven domineren moeten doorbroken worden, vindt Ghorashi. We moeten zichtbaarheid creëren. Mogelijkheden daartoe biedt de zogenoemde tussenruimte, een ruimte waarin anders zijn in veiligheid mag. Waarin je met participanten afspreekt om hun oordeel tijdelijk op te schorten. Dan kunnen er verhalen komen zonder dat er geoordeeld wordt. Dan reageer je niet, maar reflecteer je, en kunnen pijnlijke verschillen besproken worden.
Je hebt categorieën nodig om mensen in te delen: jong en oud, man en vrouw, allochtoon en autochtoon. Maar als er verhalen komen, verschillende geschiedenissen, dan gaat het over emoties. Daardoor ontstaat verbinding en kijk je voorbij de categorieën.
Verbinding door emotionele identificatie. Daar gaat het wat Halleh Ghorashi betreft om. Allianties maken en in die allianties ruimte laten voor verschil, maar ook veiligheid, zodat er verbinding kan komen, ook met mannen om duurzame verandering tot stand te brengen.

Ervaring inzetten in Afghanistan
Het hele werkzame leven van Joke Florax, de tweede inleidster tijdens de bijeenkomst, stond en staat nog steeds in het teken van veiligheid. De veiligheid die de politie in Nederland bewaakt. En de de veiligheid die politiemissies vanuit Nederland in conflictgebieden als Afghanistan trachten te herstellen.
Met de ervaring van 35 jaar bij het regiokorps Amsterdam-Amstelland achter de rug – ze was een van de eerste vrouwelijke agenten bij het bekende bureau Warmoesstraat – besloot Joke Florax een aantal jaren terug om die ervaring in te zetten in een land waar het niet zo veilig is. “Ik voel me een wereldburger. Dat mijn wieg in Amsterdam heeft gestaan is puur mazzel, maar als die in Afghanistan had gestaan  was het heel anders geweest.” In Nederland ervaart, volgens een rapport uit 2014, 45% van alle vrouwen en meisjes geweld, fysiek of mentaal. In Afhanistan ligt dat percentage volgens een VN rapport op 87,5. En dus toog Florax in 2011/2012 een jaar naar Kabul waar ze vanuit EUPOL (European Union Police Mission) ging werken als mentor en adviseur Rule of Law, Human Rights & Gender. “Het was nog een hele klus om thuis, aan partner en 5 kinderen, te vertellen dat ik een jaar naar Afghanistan ging”,  erkent ze, “maar ze hebben me enorm gesteund.”

Vrouwen belangrijk voor politie
Toen ze aankwam in Kabul werkten er een kleine 700 politievrouwen, inmiddels zijn dat er 2000 meer. “Het is belangrijk dat politievrouwen er zijn”, aldus Florax, en om meerdere redenen.  Als je vrouwen in je organisatie hebt heeft dat ook z’n invloed op het gedrag en het denken van politiemannen. Het is belangrijk dat vrouwen en meisjes aangifte doen van verkrachting en mishandeling, dat doen ze liever bij een vrouw. En de informatiepositie van vrouwen is anders: het zijn de vrouwen die de kennis hebben van de woonomgeving. Dat is informatie die nooit afgetapt kan worden door een politieman, dat is hier niet anders dan in Afghanistan. Daar komt nog bij dat politievrouwen vrouwen in burka mogen fouilleren, het kan tenslotte ook een man met een  bomgordel om zijn.
Joke Florax heeft in Kabul 123 politievrouwen getraind. Ze kan van iedere vrouwe haar verhaal vertellen. Zoals van Shamila, een superkrachtige vrouw, met kromme vingers en een kromme schouder omdat haar man stelselmatig haar botten brak. En als het geheeld was deed hij het opnieuw. Alle vrouwen waren slachtoffers, maar het waren stuk voor stuk ongewoon sterke vrouwen die zich niet als slachtoffer neerzetten, maar vechten voor hun toekomst.

NAP 1325
Het jaar in Kabul heeft veel impact op Florax gehad. Bij terugkeer in Nederland dacht ze: ‘Hier moet ik wat mee’. Via Google kwam ze op Resolutie 1325 van de VN Veiligheidsraad. “Wat geweldig, we hebben een Nationaal Actie Plan 1325, en zelfs een tweede, maar ik had er nog nooit van gehoord.” Ze zag dat verschillende ministeries het NAP 1325 hadden ondertekend, maar niet Veiligheid & Justitie, en ook niet de politie. Haar doel werd om dat alsnog voor elkaar te krijgen en in 2013 kwamen dankzij haar inspanningen  de handtekening van  minister Opstelten onder het NAP en ook die van het management van de Nationale Politie.
Nu er dit jaar aan een 3e NAP begonnen wordt is het doel van Joke Florax om daar de inzet van vrouwen in politiemissies in te verankeren. “Als we als politie op missie gaan moet onze inzet ook gericht zijn op inzet van politievrouwen. In elke EU en VN missie moeten vrouwen mee. Dat moet vanaf dag 1 prioriteit zijn, niet pas als we bijna vertrekken.  Als we in Islamitische landen politiemissies inzetten, moeten er veel vrouwen mee, want dan melden ook daar veel vrouwen zich aan bij de politie.”
De inzet van Joke Florax bij de nationale politie heeft er inmiddels toe geleid dat alle politiemensen die op missie gaan training krijgen op gender. “10% van hun werkzaamheden moeten ze zich focussen op gender.” 

Aanbevelingen
Na de twee inleidingen werd ruim tijd genomen om aan de verschillende thematafels te discussiëren en tot aanbevelingen te komen.  In een kort verslag per tafel passeerden de volgende aanbevelingen de revue:

Veiligheid in conflictgebieden
Er moet bij de implementatie van resolutie 1325 meer aandacht komen voor preventie en voor training en er moet meer flexibiliteit zijn in de keuze van de regio’s. De implementatie moet ook meer een zaak van vrouwen en mannen samen zijn.
Er moet gestuurd worden op de effectiviteit die vrouwen teweeg kunnen brengen en wat dat voor de veiligheid van mannen en vrouwen kan betekenen.
Bij Buitenlandse Zaken is maar een persoon verantwoordelijk voor het Nationaal Actieplan 1325. Het leeft te geïsoleerd en moet meer geïntegreerd worden in het beleid.
En: de Istanbul Conventie (Europees verdrag tegen geweld tegen vrouwen enhuiselijk geweld) moet nu eindelijk eens geratificeerd worden door Nederland.

Veiligheid op de werkvloer
De overheid moet met voorlichting komen over seksueel geweld. Gericht op werkgevers want die moeten weten dat het niet kan. En op ondernemingsraden, die kunnen er iets mee. Ook rechters moeten meer kennis hebben, die doen soms vreemde uitspraken in dit soort zaken.
Seksuele intimidatie is een bedrijfsongeval en moet gemeld worden bij de (arbeids)inspectie, maar voorkomen moet worden dat de inspectie een papieren tijger is/wordt. De inspectie moet bedrijven onverwacht bezoeken en controleren, niet alleen op het beleid, maar ook op de uitvoering.

Veiligheid in relaties
Mannen moeten zich meer bewust zijn van grensoverschrijdend gedrag. Maar vrouwen moeten zich bewust zijn  van normverlagend gedrag als ze dingen accepteren. Waarom protesteren vrouwen niet massaal tegen ’50 shades of grey’?
Het gendersensitief gedrag bij de politie moet omhoog dat is belangrijk bij aangiftes. Ook bij hulpverleners is gendersensitiviteit belangrijk, maar contextsensitiviteit.
Er is een groot taboe op het bespreekbaar maken van seksualiteit. Het gaat erg in beelden in reclame en clips waar jongeren van denken dat ze daar aan moeten voldoen.
Het zit vaak in de ongelijkwaardigheid van relaties. Daar moet in de communicatie nog veel aan gebeuren.

Veiligheid op straat
Algemene conclusie is dat bij het ontwerpen en inrichten van allerlei gebieden het gebruikersperspectief centraal moet worden gesteld. Dat levensloop bestendig wordt ontworpen en dat bij gebiedsinrichting rekening gehouden wordt met alles wat er gebeurt in dat gebied.
Voor bestaande gebieden is het goed om van tijd tot tijd een wijkschouw te organiseren, waarbij een  divers samengestelde groep door de wijk loopt om te kijken wat er moet verbeteren.

Veiligheid op school
We moeten niet alleen naar de rol van de overheid kijken, maar ook naar wat kunnen ouders zelf. Ouders moeten erbij betrokken worden; vaak weten zij niets van bijv. digitaal pesten.
Er moet aandacht worden besteed aan de weerbaarheid van kinderen.
Bij de opvoeding en op school moeten er grenzen worden gesteld, kaders worden aangegeven. Dat moet gehandhaafd worden en bij overtreding moet gestraft worden.

Voeding voor de politiek
Zoals gebruikelijk bij Vrouwenpodium worden de aanbevelingen nog keurig uitgewerkt en op een later moment aangeboden aan de verschillende Kamerfracties. 
Tweede Kamerlid voor het CDA Hanke Bruins Slot was bij de discussiebijeenkomst aanwezig. Zij herkende veel in het verhaal van Joke Florax. Hanke is zelf ook uitgezonden geweest maar als militair in 2008 naar Uruzgan. Haar viel tijdens de Vrouwenpodium bijeenkomst de persoonlijke betrokkenheid van alle deelneemsters op, de wil om te veranderen en vrouwen elders te helpen. Hoe kunnen we dat doen?
Zij onderstreepte het belang van Resolutie 1325 voor verbetering van de positie van vrouwen. Maar we hebben ook de mannen erbij nodig. Die kracht van mannen en vrouwen gezamenlijk moet in het nieuwe NAP verankerd worden. Dat moet in het politieke debat naar voren komen. Hanke riep de aanwezigen op om haar en de andere Kamerleden daaraan te houden.

Slotzang
Het Moluks Vrouwenkoor onder leiding van Magdalena Pattianakotta dat aan het begin van de bijeenkomst de deelnemers met hun zang had verwelkomd, zong ter afscheid nog een aantal oude Molukse liederen. Vanuit de zaal werd waar mogelijk meegezongen en in ieder geval meegedeind en gezwaaid op de aanstekelijke muziek.

Meer Algemeen