Toegegeven: het was niet Maxima zelf, maar actrice Soula Notos die voor de gelegenheid in de huid – en outfit – van Maxima was gekropen, maar haar woorden waren er niet minder inspirerend om. “Niet wachten op mañana”, riep zij de aanwezigen op, “laten we vandaag beginnen”. Om zorg daadwerkelijk beter te verdelen tussen mannen en vrouwen. “Vandaag betekent ‘vader zijn’ dat je er bent.”
Ook hield zij haar toehoorders voor dat een jaar uitkering voor een nabestaande, zoals voorgesteld in de nieuwe Nabestaandenwet, niet lang genoeg is. “We hebben een verantwoordelijkheid elkaar op te vangen, juist als de omstandigheden zwaar zijn door het wegvallen van een partner, die kostwinner was. Een jaar is niets, nada, niente”, aldus Maxima … eh, Soula.
Aandacht van politici
Het is inmiddels een goede gewoonte dat Vrouwenpodium, het samenwerkingsverband van NVR, FNV Vrouw en de LOM Samenwerkingsverbanden, op de 2e dinsdag in september aandacht vraagt van de politiek voor zaken die voor vrouwen belangrijk zijn. Deed Vrouwenpodium dat eerder met ludieke acties op het Plein voor de Tweede Kamer, dit jaar was gekozen voor een gesprek aan de ontbijttafel met Tweede Kamerleden in perscentrum Nieuwspoort. Zo’n gesprek waar Kamerleden gevoed worden met praktijkverhalen van (ervarings-)deskundigen uit het netwerk van de samenwerkende organisaties, heeft al eerder dit jaar z’n vruchten afgeworpen tijdens een kennismaking van Vrouwenpodium met de nieuwe Tweede Kamer.
De thema’s die dit keer aan de orde werden gesteld waren:
♦ Samen zorgen. Wat is nodig om arbeid en zorg tussen partners eerlijk te delen?
♦ Werken voor je uitkering?!
♦ Als je er alleen voor komt te staan. De juiste ingrediënten voor een goede nabestaandenregeling.
Deze thema’s komen dit najaar in de politieke spotlights door de indiening van een nieuwe Algemene Nabestaandenwet, de modernisering van verlofregelingen en de indiening van de Participatiewet.
Discussierondes
Aan de hand van een stelling werd aan de verschillende ontbijttafels elk thema in een aparte ronde bediscussieerd. Elke discussieronde werd voorafgegaan door de komst van Koningin Maxima die het bij het thema behorende deel van haar Troonrede uitsprak. NVR-voorzitter Dieny Scheffer leidde de bijeenkomst kort in en hanteerde vervolgens met enige strengheid steeds de bel voor de volgende ronde.
Stelling 1. Een paar dagen verlof voor vaders bij de geboorte van hun kind helpt voor een betere verdeling van de zorg tussen partners.
Algemene mening was dat vaderschapsverlof van belang is voor het opbouwen van een band tussen vader en kind. Dat verlof moet zich niet beperken tot enkele dagen bij de geboorte: het moet langer kunnen duren en ook op andere momenten, in andere fasen van het leven, opgenomen kunnen worden. Gepleit werd voor betaald (zorg)verlof voor elk van beide ouders, of in elk geval dat de werkgever premies doorbetaalt bij onbetaald verlof.
De Nederlandse mentaliteit moet veranderen: beide ouders werken én zorgen. Er werd zelfs gepleit voor een Postbus 51-spot om deze mentaliteit te bevorderen. In ieder geval moet je als partners vooraf goede afspraken over de taakverdeling maken, een meerjarenplan als het ware over de onderlinge verdeling van zorg.
Van werkgevers wordt flexibiliteit gevraagd. Zij moeten het normaal vinden dat mannen ook zorgtaken hebben. Daarvoor is niet altijd verlof nodig, het kan ook gaan om flexibiliteit in de werktijden en/of mogelijkheden voor thuiswerk. Behalve om zorg voor kinderen gaat het vaak ook om de zorg voor zieken of ouderen.
Aan meerdere tafels werd tenslotte ook nog gezegd dat vrouwen het huishouden uit handen moeten durven geven, hun partners ook de autonomie moeten geven voor de zorg en niet zeuren als die het anders doet.
Stelling 2. Werken voor je uitkering is goed voor iedereen.
De meeste deelnemers aan de ontbijttafels waren het met deze stelling eens, want je mag best iets doen voor je uitkering en het is goed voor je gevoel van eigenwaarde en economische onafhankelijkheid. Maar zij koppelen er wel voorwaarden aan. Het moet niet gaan om zomaar een bezigheid, maar om werk dat aansluit bij wat iemand kan en wil. Maatwerk is hier dus gevraagd. Voor mensen die al werkervaring hebben moet er perspectief zijn op betaald werk. Voor mensen met een grote afstand tot de arbeidsmarkt die nooit gewerkt hebben is participeren altijd beter dan thuis zitten omdat ze drempels te overwinnen hebben.
Ook hier wordt weer de inzet van werkgevers gevraagd die stageplekken en werkervaringsplaatsen beschikbaar moeten stellen. In ieder geval moet verdringing van betaald werk vermeden worden.
Maar niet iedereen onderschreef de stelling. Een uitkering is een verzekering tegen werkloosheid. Daar kies je niet voor. Verplicht aan het werk gezet worden tegen geen of weinig betaling is respectloos. Werken voor te weinig geld en beneden je niveau is verspilling van talent. En, er zijn veel voorbeelden van verdringing. Daar zijn de bedrijven die gebruik maken van ‘gratis’ arbeidskrachten de ‘lachende derde’.
Stelling 3: Voor nabestaanden met kinderen is een uitkering van 1 jaar voldoende.
Algemeen was men van mening dat een periode van 1 jaar te kort is om te herstellen en alles te regelen na het verlies van je partner. Er moet een mogelijkheid zijn voor een langer durende uitkering, afhankelijk van je situatie. Ook hier dus maatwerk.
Het idee kwam naar voren om onderscheid te maken in rechten tussen de jongere en de oudere generatie. Van de jongere generatie werken de meeste vrouwen. Die moeten de kans krijgen te blijven werken. De werkgever moet soepel zijn en rekening houden met de persoonlijke situatie. Voor sommigen geldt dat ze graag weer snel aan het werk willen, anderen willen tijdelijk niet of minder werken.
De oudere generatie heeft vaker budget nodig voor re-integratie. Uitgangspunt moet zijn dat iemand op termijn een baan heeft die voldoende inkomen oplevert. Alleen als dat niet lukt is een uitkering voor meerdere jaren nodig.
Hoewel sommigen wars zijn van veranderingen in de Algemene Nabestaandenwet omdat kinderen de dupe worden van verslechteringen, gingen er toch ook heel wat stemmen juist wel op voor verandering . Een of twee deelnemers vonden de huidige ANw zelfs behoorlijk ruimhartig: “een verkeerd signaal als de uitkering zonder voorwaarden zo lang duurt”, en er werd ook een relatie gelegd met alleen komen te staan na een echtscheiding, dan heb je wel gelijk met allerlei verplichtingen te maken. Weduwes moeten niet te veel in de slachtofferrol gehouden worden.
Wat politici er van meenemen
Tineke van der Kraan, directeur van FNV Vrouw, vroeg aan Kamerleden Hanke Bruins Slot (CDA), Keklik Yücel (PvdA) en Linda Voortman (GroenLinks) wat zij mee namen van de discussie.
Linda Voortman
Linda Voortman onderstreepte het belang van vaderschapsverlof om de band tussen vader en kind te versterken en een betere taakverdeling tussen partners te ondersteunen. Zij wees in dit verband op het initiatief wetsvoorstel voor uitbreiding van het vaderschapsverlof dat GroenLinks heeft ingediend en het initiatiefwetsvoorstel voor flexibel werken, ook van GroenLinks, dat werknemers meer mogelijkheden geeft om thuiswerken of flexibele werktijden bespreekbaar te maken, waardoor werk en zorg makkelijker kunnen worden gecombineerd.
Ook zij is wel voor werken voor je uitkering, maar is bang voor verdringing en ziet daarvan veel slechte voorbeelden. Ze gaf eerlijk toe er nog niet uit te zijn waar de goede scheidslijn ligt.
Voortman is tegen de verkorting van de uitkering zoals voorgesteld in de nieuwe Algemene Nabestaandenwet. Maar wat het dan wel moet zijn vindt zij nog een lastig punt. De discussie daarover aan de ontbijttafel vond zij echter erg interessant: “ik wil graag verder praten over wat dan wel”. Zij nodigde tafelgenoten en andere deelnemers dan ook uit haar te mailen over oplossingsrichtingen voor deze problematiek.
Keklik Yücel
Keklik Yücel wees erop dat een paar dagen extra vaderschapsverlof bij de geboorte, zoals nu voorgesteld in de plannen van minister Asscher, symbolisch belangrijk zijn en gezien moeten worden als een begin. Zij onderstreepte dat vaders meer moeten doen aan zorg voor het kind, en moeders het moeten (durven) overlaten aan de man.
Verder wees zij erop dat kwalitatief betaalbare kinderopvang op dit moment een ontzettende uitdaging is.
Ook Yücel ziet het gevaar van verdringing bij ‘werken met een uitkering’ en de voorbeelden waar het niet goed gaat. Maar er zijn ook voorbeelden waar het wel goed gaat en waar het iets toevoegt aan de samenleving, zoals bijvoorbeeld leertrajecten.
Yücel geeft toe dat er binnen dat ene jaar waarin er volgens de nieuwe Nabestaandenwet een uitkering is wel heel veel moet gebeuren. Maar er moet perspectief op werk zijn. Nabestaanden zouden daarin begeleid moeten worden.
Hanke Bruins Slot
Hanke Bruins Slot vindt dat we moeten ophouden over ‘papa-dag’ te praten, vaders zorgen net als moeders gewoon voor hun kinderen. Het gaat wat haar betreft dan ook niet alleen om verlof bij de geboorte, maar ook later als bijvoorbeeld het kind ziek is.
De nieuwe generatie heeft niet alleen de zorg voor kinderen, maar vaak ook voor ouders. Dat vraagt echt om meer inzet op betere combinatiemogelijkheden volgens Hanke. “Als politiek moeten we daaraan trekken”, vindt zij, maar er wordt ook flexibiliteit gevraagd van de werkgevers.
“Je mag van mensen iets terug verwachten voor hun uitkering”, vindt Hanke als het gaat om werken voor je uitkering, maar het moet wel lonen. ”Het meest sociaal is een baan.” Ook Hanke waarschuwt voor verdringing: “Vrijwilligers in de zorg, dat kan ten koste gaan van de professionals.” Maatwerk is, wat Hanke betreft, belangrijk: “Wat kunnen ze? En, wat hebben we ze te bieden”.
1 jaar uitkering in de nieuwe Nabestaandenwet is een ‘rauwe maatregel’ zo citeerde Hanke Bruins Slot uit de discussie aan haar tafel. Maar wat dan wel? Ook hier wordt flexibiliteit van de werkgevers gevraagd. Een nabestaande wil misschien iets minder werken in deze periode of een opleiding volgen. Er zijn ook generatieverschillen, jongere vrouwen zijn zich bewust dat ze moeten blijven werken.
Afsluiting
Zorgen voor je kind, verlies van je partner, verlies van werk, het zijn thema’s die bij ons leven horen, of je nu in Nederland geboren bent of niet. Aldus Lucia Lameiro Garcia, directeur van de Stichting Lize, die de bijeenkomst af sloot. Zij concludeerde dat het bij de aanpak van al deze thema’s vooral gaat om maatwerk en flexibiliteit.
Tot slot werd Soula Notos nog naar voren gehaald. Nu weer geheel zichzelf en ontdaan van de ‘Maxima-look’. Soula is theatermaker, actrice en comedian. Daarnaast schrijft ze regelmatig columns en is ze als presentatrice actief. Zij is lid van het Comedyhuis en medeoprichter van Comedy Kitchen, platform voor female comedy in Nederland. Voor meer informatie: www.soula.nl.