Vordering Afstandsmoeders tegen de Staat verjaard

Op 13 maart 2025 heeft het Gerechtshof Den Haag geoordeeld dat de vordering die Trudy Scheele-Gertsen en Bureau Clara Wichmann tegen de Nederlandse Staat hebben ingesteld wegens gedwongen afstand ter adoptie van duizenden kinderen tussen 1956 en 1984, wordt afgewezen.

Ten aanzien van mevrouw Scheele-Gertsen was dit het geval, omdat haar vordering is verjaard. Ten aanzien van Bureau Clara Wichmann oordeelde het Hof dat zij niet ontvankelijk is, omdat er te veel verschillen bestaan tussen de verschillende moeders voor wie zij opkomt.

Voor de betrokken moeders en kinderen, die jarenlang hebben gestreden voor erkenning en gerechtigheid, is dit een zware teleurstelling. De uitspraak in deze zaak betekent dat het Hof geen uitspraak doet over de vraag of de Staat juridisch aansprakelijk is. Het Hof benadrukte de noodzaak dat de Staat in gesprek gaat met de belangenorganisaties en dit voortvarend en zorgvuldig doet.  

Trudy Scheele-Gertsen, die de zaak naar de rechter bracht, reageerde: “De uitspraak is teleurstellend. De Staat heeft zijn verantwoordelijkheid tot nu toe niet genomen en weg gekeken van het verleden. Tot nu toe heeft de Staat zich ook buiten de rechtszaal afhoudend opgesteld in de gesprekken met moeders en kinderen. Dat moet nu veranderen.” 

Een vergeten geschiedenis  
In het verleden hing er een sterk sociaal stigma rond ongehuwde moeders. Vanaf de jaren ‘60 veranderde de werkwijze in bestaande instellingen, waar veel ongehuwde moeders werden ondergebracht, van steun aan ongehuwde moeders naar druk om afstand te doen van hun kind. De Raad voor de Kinderbescherming nam vervolgens de juridische stappen om moeder en kind ook daadwerkelijk te scheiden, terwijl essentiële informatie over hun rechten of mogelijke financiële steun achterwege werd gelaten.  

De gevolgen voor zowel de moeders als hun kinderen waren ingrijpend en werken intergenerationeel door. Moeders hebben levenslange trauma’s overgehouden aan het verlies van hun kind en veel kinderen groeiden op zonder kennis van hun biologische afkomst, vaak met psychosociale gevolgen. Ondanks de rol van de Staat in deze pijnlijke geschiedenis, heeft het Hof onder meer vandaag geoordeeld dat de vordering is verjaard. Het Hof komt daarom niet toe aan een inhoudelijke beoordeling van de zaak.  

Nederland blijft achter bij internationale erkenning 
Andere landen hebben eerder verantwoordelijkheid erkend voor vergelijkbare schendingen. Australië bood in 2013 excuses aan voor gedwongen afstand, gevolgd door Ierland in 2021 en Schotland in 2023. In deze landen werd erkend dat vrouwen onder grote maatschappelijke en institutionele druk hun kind moesten afstaan en dat overheidsinstanties daarbij een faciliterende rol speelden.  

Advocaat Lisa-Marie Komp van Prakken d’Oliveira, die Trudy Scheele-Gertsen en Bureau Clara Wichmann vertegenwoordigt, benadrukt het contrast: “In andere landen is erkend dat overheidsinstanties hebben bijgedragen aan systematisch onrecht. Daar hebben lange trajecten uiteindelijk geleid tot formele excuses van de Staat. Dit oordeel doet niet af aan de rol die de Staat heeft gespeeld bij gedwongen afstand. Het Hof heeft de Staat heel duidelijk opgeroepen om voortvarend en zorgvuldig met de betrokken vrouwen in gesprek te gaan. Het is nu aan de Staat om zijn rol in dit verleden en het leed van de vrouwen te erkennen.”   

Jeltje Straatman, advocaat bij Stibbe die Bureau Clara Wichmann vertegenwoordigt in deze zaak, vult aan: “Het is absoluut teleurstellend dat de vordering van mevrouw Scheele-Gertsen op verjaring wordt afgedaan. Zeker nu het de uitdrukkelijke wens van de meerderheid van de Tweede Kamer was dat de Staat geen beroep op verjaring zou doen in zaken als deze. Ook het oordeel van het Hof over de vordering van Bureau Clara Wichmann is verrassend. Daar waar het Hof de nadruk legt op de verschillen tussen de moeders, zien wij juist een gemene deler in al hun verhalen en dossiers.” 

De strijd is nog niet voorbij 
Bureau Clara Wichmann blijft zich inzetten voor gerechtigheid voor deze moeders, ondanks deze juridische tegenslag. De pijn en gevolgen van deze geschiedenis zijn nog altijd voelbaar bij duizenden moeders en kinderen.” zegt Linde Bryk, hoofd strategische rechtszaken bij Bureau Clara Wichmann. “Wij zullen de Staat dan ook verzoeken om met ons, de moeders en de kinderen aan tafel te gaan zitten om erkenning en herstelmaatregelen te bespreken, zodat de Staat alsnog zijn verantwoordelijkheid kan nemen.”  Trudy Scheele-Gertsen en Bureau Clara Wichmann beraden zich op juridische vervolgstappen.

Op de foto rechtsboven: Bureau Clara Wichmann, vertegenwoordigers in de zaak, Trudy Scheele-Gertsen, Ellen Venhuizen en andere betrokken moeders bij het Gerechtshof Den Haag.

Meer nieuws