Gender gerelateerd geweld speelt een rol in het leven van te veel vrouwen in Nederland. De statistieken liegen er niet om; zo is een op de vijf vrouwen ooit fysiek mishandeld door haar partner of ex-partner. Bijna driekwart van de Nederlandse vrouwen krijgt in haar leven te maken met seksuele intimidatie.
Seksueel geweld, waaronder verkrachting, treft 18% van de Nederlandse vrouwen. Gender gerelateerd geweld bestaat bovendien uit meer dan alleen fysiek en seksueel geweld. De definitie omvat alle soorten geweld tegen vrouwen omdat zij vrouwen zijn. Hieronder valt dus ook stalking of het online lastigvallen van vrouwelijke politici en activisten. Geweld tegen vrouwen komt voort uit genderongelijkheid en houdt tegelijkertijd deze genderongelijkheid in stand. Mede hierom is het van belang dat geweld tegen vrouwen gestopt wordt.
In 2011 werd door de Raad van Europa de ‘Convention on preventing and combating violence against women and domestic violence’ aangenomen. Deze conventie, ook wel bekend als het Verdrag van Istanbul of de Istanbul-conventie, werd ook door Nederland geratificeerd. De Nederlandse overheid verplichtte zich hiermee onder andere tot de preventie van geweld tegen vrouwen, alsmede het beschermen van de slachtoffers hiervan.
De Nederlandse Vrouwen Raad is van mening dat een onafhankelijke, nationale coördinatie op het gebied van geweld tegen vrouwen noodzakelijk is. Hierbij moet vooral meer aandacht komen voor de preventie van gender gerelateerd geweld. Dit is een langetermijnoplossing, die ervoor zorgt dat kosten voor melding, opvang en hulpverlening bespaard worden. Preventie houdt ook in het bevorderen van de economische zelfstandigheid van vrouwen, om bijvoorbeeld te voorkomen dat vrouwen in financiële afhankelijkheidsrelaties kunnen belanden. De Nederlandse Vrouwen Raad pleit voor meer samenwerking en structuur in de aanpak van geweld tegen vrouwen en voor een genderspecifiek beleid op zowel landelijk, regionaal als lokaal niveau.