Vluchten voor oorlog betekent voor vrouwen en meisjes vaak dat zij worden blootgesteld aan uitbuiting, seksueel geweld en gebrek aan veiligheid. Nederlandse opvanglocaties en asielzoekerscentra zijn hierop geen uitzondering.
Met het aannemen van Resolutie 1325 in 2000, riep de VN haar lidstaten onder andere op om seksueel en gender gerelateerd geweld in oorlogssituaties te voorkomen en om vrouwen en meisjes in vluchtelingensituaties te beschermen. Op basis van deze resolutie ontwikkelde Nederland meerdere keren een Nationaal Actieplan (van 2008-2011, 2012-2015, 2016-2020, en het huidige actieplan van 2021-2025). Een (betere) vertaling van dit actieplan naar lokaal niveau is echter nog steeds belangrijk.
In 2018 presenteerde de Nederlandse Vrouwen Raad samen met andere vrouwenorganisaties het Manifest Vrouwen Vluchtelingen Veiligheid, waarin zeven aanbevelingen werden gedaan voor de vluchtelingenopvang binnen Nederland. Eén van deze aanbevelingen is dat vrouwenorganisaties op lokaal niveau betrokken moeten worden bij beleids- en productontwikkeling rondom de opvang van vrouwelijke vluchtelingen. Door hun belangrijke maatschappelijke rol en hun functie als sociaal netwerk, zijn het vrouwenorganisaties bij uitstek die zich kunnen inzetten voor de veiligheid van vrouwen en meisjes in opvang- en asielzoekerscentra.
In de omgang met vrouwelijke vluchtelingen moet hun zelfbeschikkingsrecht centraal staan. Vrouwen moeten daarom goed geïnformeerd worden over procedures en inzicht hebben in hun dossier. Ook moet het mogelijk zijn om voor alle vrouwelijke vluchtelingen een zelfstandige verblijfsvergunning te realiseren. In de gehele omvang met vluchtelingen is bovendien gendersensitiviteit van belang; professionals en vrijwilligers binnen het veld moeten hierin getraind worden en informatie en data hierover moet verzameld en geopenbaard worden. Daarnaast is het belangrijk dat er snel en effectief hulp geboden kan worden bij de verwerking van opgelopen trauma’s.