De verdeling van (onbetaalde) zorgtaken en (betaald) werk is niet gelijk verdeeld tussen mannen en vrouwen in een heteroseksuele relatie. Slechts twee op de tien ouders verdelen dit evenredig. Dit kan negatieve gevolgen hebben voor de financiële positie van (met name) vrouwen en de mogelijkheden voor (met name) mannen om zorgtaken op zich te nemen.
Movisie bracht de uitdagingen van het combineren van werk en zorg in kaart bij vrouwen en ontwikkelde op basis van echte levensverhalen vier persona’s.
Verschillende factoren zijn van invloed op de verdeling van werk en zorg. Denk aan de ‘deeltijdcultuur’ in Nederland en sociale normen die gelden omtrent het verdelen van zorg en werk tussen mannen en vrouwen. Ook individuele factoren zoals opvattingen over rolverdeling tussen werk en zorg, de aanwezigheid van een partner, opleidingsniveau en sociale normen uit opvoeding en directe omgeving spelen een rol.
Het huishouden of de zorg voor kinderen is een belangrijke reden voor vrouwen om deeltijd te werken. Vrouwen werken vaker in een deeltijdfunctie dan mannen. Als een vrouw in een heteroseksuele relatie een kind krijgt, leidt dit vaak tot het verminderen van betaald werk (bij 36%) of tot het stoppen met werken (bij 11%) (Emancipatiemonitor: 2020 – SCP). Mannen gaan over het algemeen juist eerder meer dan minder werken. Het krijgen van een kind beïnvloedt bovendien het loon van een vrouw negatief en het loon van een man niet. Naast zorgen voor kinderen, zorgen bovendien meer vrouwen dan mannen voor (schoon)ouders (57%), kinderen met een beperking (69%), andere familieleden (58%), vrienden of buren (62%). Het SCP geeft als mogelijke redenen hiervoor dat vrouwen minder vaak een (voltijd) baan hebben en zich vaker verantwoordelijk voelen voor zorgtaken.
Arbeidsongeschiktheid of ziekte
Het krijgen van kinderen is echter niet de hoofdreden om niet te willen of te kunnen werken. Net zoals bij mannen is dat namelijk ziekte of arbeidsongeschiktheid. Vooral werkende, alleenstaande moeders willen meer uren werken (Emancipatiemonitor, 2020). Zes op de tien ouders met een kind jonger dan 18 jaar zouden ook de zorg voor hun kind(eren) het liefst gelijk verdelen. Vier op de tien vinden dat dit ook moet gelden voor betaald werk (Emancipatiemonitor: 2020 – SCP).
Hoe doen zij het?
Meer dan een derde van de ouders in Nederland ervaart veel stress in het combineren van werk en zorg. Movisie wilde daarom in kaart brengen wat het combineren van werk en zorg uitdagend maakt. We zoomden daarbij in op de verhalen van vrouwen omdat het hebben van kinderen vooral invloed heeft op hun financiële positie. Op basis van gesprekken met een diverse groep vrouwen bracht Movisie vier persona’s in kaart. Een persona is een denkbeeldig persoon met eigenschappen van de doelgroep. De persona’s zijn gebaseerd op echte levensverhalen, van echte vrouwen. Met deze persona’s kunnen gemeente, zorgaanbieders of maatschappelijke (vrijwilligers)organisaties het beleid en de uitvoering ervan beter afstemmen op de doelgroep. Deze verhalen laten namelijk zien met welke problemen deze vrouwen kampen en hoe hun leefsituatie verbeterd kan worden.
Vervolg persona’s
Movisie organiseert verschillende activiteiten om de persona’s bij verschillende organisaties te borgen. Zoals een workshop voor maatschappelijke organisaties (waaronder vrouwenorganisaties) zodat ze samen met anderen (denk aan mannen en de sociale omgeving) aan de slag kunnen met de ontwikkelde persona’s, en bijeenkomsten bij gemeenten om beleidsambtenaren kennis te laten maken met deze doelgroep.
Maak kennis met:
Persona Judith
‘Mijn naam is Judith, ik ben 38 jaar en moeder van drie kinderen van 2, 8 en 10. Mijn oudste kinderen voed ik vooral alleen op. Om de twee weken gaan zij naar hun vader. Dat gaat loopt niet soepel. We hebben nu gezinshulp, aangewezen door de rechtbank. Daar had mijn ex behoefte aan, maar dat geldt automatisch voor beide ouders. Het voelt voor mij als een straf. Dit jaar ben ik begonnen met de opleiding Sociaal Pedagogische Hulpverlening. Deze studie kost me veel energie en ik moet veel ballen in de lucht houden.’
Persona Abigail
Abigail: ‘Ik ben 40 jaar en woon samen met mijn partner. We hebben twee kinderen, een dochter van 10 en een zoon van 9. Mijn man werkt en zorgt voor het inkomen. Mijn dochter heeft een anderswerkend lichaam en een mentale beperking. Ik zorg voor haar, daardoor heb ik recht op een persoonsgebonden budget (PGB).’
Persona Nicole
Nicole: ‘Ik ben 35 jaar en ik ben alleenstaand. Mijn zoon zit op de basisschool. Ik woon met mijn zoon in een sociale huurwoning in Den Haag. Ik werk via een detacheringsbedrijf als kwaliteitsmedewerker in de zorg. Omdat ik kwaliteit wil leveren en mijn werk leuk vind, werk ik ongeveer vijftig uur per week. Terwijl ik een 32 uurscontract heb. Ik heb eigenlijk meer dan 24 uur in een dag nodig.’
Persona Caroline
Caroline: ‘Ik ben 56 jaar. Ik ben alleenstaand en heb een dochter van 36 en een zoon van 25 jaar. Op mijn vijfde ben ik met mijn tante naar Nederland verhuisd. Mijn ouders woonden daar al. Ik woon met mijn dochter en haar kind in Almere. Ik werk acht uur per week in de thuiszorg en ik ontvang een aanvullende WW-uitkering.’