Bijna een kwart van de jonge vrouwen van 18 tot 24 jaar heeft in 2020 aangegeven dat ze in de twaalf voorafgaande maanden slachtoffer is geworden van offline non-verbaal seksueel grensoverschrijdend gedrag. Zij kregen -bijvoorbeeld- ongevraagd en ongewild geslachtsdelen te zien. Daarnaast maakte een vijfde van de 16- tot 18-jarige vrouwen online verbale seksuele intimidatie mee, zoals online seksueel kwetsende opmerkingen of online verzoeken om naaktbeelden.
Dat blijkt uit onderzoek van Rutgers in opdracht van het WODC. Het onderzoek bestaat uit verdiepende analyses op de Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Geweld 2020. Daarmee zijn belangrijke vormen van seksuele grensoverschrijding en slachtoffer/pleger-relaties verder in kaart gebracht.
Vormen van seksueel geweld
Seksueel geweld kan verschillende vormen aannemen. Zo kan seksuele intimidatie offline en online plaatsvinden en beide vormen kunnen verbaal of non-verbaal zijn. Bij seksueel geweld wordt onderscheid gemaakt tussen seksueel geweld met en zonder penetratie. Daarnaast is seksuele grensoverschrijding bij het daten, door de (ex-)partner, in een machtsrelatie, in het uitgaansleven, in de werkomgeving en in het onderwijs onder de loep genomen.
Afwijken van de norm maakt kwetsbaar
De cijfers in dit onderzoek bevestigen opnieuw dat vrouwen veel vaker het slachtoffer zijn van seksuele grensoverschrijding dan mannen. Dit geldt voor alle vormen van seksueel geweld. Zo heeft 2,5% van de mannen in een jaar tijd offline verbale seksuele intimidatie meegemaakt, terwijl het bij vrouwen bijna drie keer zo vaak (7,3%) voorkomt. Vooral biseksuele vrouwen en jonge vrouwen van 16 tot 24 jaar krijgen te maken met seksuele grensoverschrijding. Ook biseksuele mannen worden vaker slachtoffer dan andere mannen. Het afwijken van de dominante heteronorm in de samenleving maakt biseksuele personen, maar ook homo mannen, kwetsbaarder.