Het percentage vrouwelijke hoogleraren dat werkzaam is aan de Nederlandse universiteiten bedraagt 28,7%, zo blijkt uit de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren 2024 die op 9 december door het Landelijk Netwerk Vrouwelijke Hoogleraren (LNVH) werd gepresenteerd. Het aandeel vrouwelijke hoogleraren steeg 1,1 procentpunt ten opzichte van het jaar daarvoor, toen het 27,6% bedroeg. Daarmee ligt het net onder het gemiddelde groeitempo van de afgelopen 10 jaar, dat 1,2 bedraagt. Gebaseerd op het groeitempo van de afgelopen drie jaar, zal het nog tot 2044 duren voordat er onder hoogleraren een evenredige man-vrouwverdeling zal zijn bereikt.
Aandeel vrouwelijke wetenschappers neemt af bij elke stap op carrièreladder
Het aandeel vrouwen in met name de hogere academische posities neemt nog altijd sterk af per opeenvolgende functiecategorie. Toch zien we ultimo 2023 in alle categorieën, van studenten tot hoogleraren, een lichte toename van het totale aandeel vrouwen. Vrouwen vormen iets meer dan de helft van zowel de studenten (51,7%) als de afgestudeerden (54,6%), maar hun vertegenwoordiging neemt af in de daaropvolgende academische posities. Na de afgestudeerden, waarvan 54,6% vrouw is, daalt het aandeel naar 45,7% bij de promovendi. Bij de universitair docenten is er een kleine stijging naar 46,9%, maar daarna volgt een sterke daling: het aandeel vrouwelijke universitair hoofddocenten is 35,4% en bij hoogleraren zakt dit aandeel verder naar slechts 28,7%.
Gezamenlijk gesteld streefcijfer wordt niet behaald
Begin 2020 verzocht het LNVH de universiteiten streefcijfers voor vrouwelijke hoogleraren op te stellen voor de periode 2020 – 2025. Mochten de streefcijfers behaald worden, dan zal er in 2025 geen enkele universiteit meer een percentage vrouwelijke hoogleraren onder de 25% hebben. Bovendien zal met gemiddeld 31,2% voor het eerst 1 op de 3 hoogleraren vrouw zijn.
Inmiddels hebben 4 van de 14 universiteiten hun gestelde streefcijfer voor 2025 gehaald en worden daar nieuwe doelen gesteld. Het gaat om de Erasmus Universiteit Rotterdam, de Universiteit van Tilburg, de Open Universiteit en de Universiteit van Amsterdam. De prognose voor 2025, gebaseerd op de groei ultimo 2022 – ultimo 2023, laat zien dat 8 van de 14 universiteiten in dit tempo hun streefcijfer niet halen. Dit is een ongunstiger beeld dan vorig jaar, toen dat er nog 6 waren. Ook het sector brede streefcijfer van gemiddeld 31,2% vrouwelijke hoogleraren zal in dit tempo niet worden gehaald.
Bekijk en download de Monitor Vrouwelijke Hoogleraren hier.